Leestips Voorlezen Samen lezen met uw kind: spreek een tijd af en laat zien met kookwekker hoe lang dat is. Spreek liefst met uw kind een vast tijdstip af. Kies met uw kind een boekje uit, het Avi-niveau is niet belangrijk, dat mag rustig een paar niveaus boven het op het rapport aangegeven niveau liggen. Het gaat om het plezier krijgen in lezen, dus een aansprekend verhaal is belangrijk. Mogelijkheden om het lezen ‘spannend’ te houden: U leest een bladzijde voor, daarna leest u dezelfde bladzijde samen met uw kind en vervolgens leest uw kind de bladzijde alleen. Vervolgens leest uw zelf nog een stukje voor. (zodat het verhaal blijft boeien). Uw kind leest voor en u leest heel zachtjes mee en net iets sneller, zodat u op deze wijze uw kind ondersteunt bij moeilijke woorden. Uw kind leest voor en daar waar hij/zij moeilijke woorden tegenkomt leest u die zacht voor (‘voorzeggen’), uw kind zegt het woord zelf ook. Lees op dag 1 blz. 1 (of waar u bent in het boekje), lees op dag 2 blz 1 en 2 en lees op dag 3 blz. 1,2 en 3. Laat in een cyclus van drie dagen uw kind 3x dezelfde bladzijde lezen (u kunt zelf verder voorlezen), en neem de tijd op, zodat uw kind ervaart dat het steeds beter (sneller) gaat. Als uw kind nog spellend leest, probeer hem/haar te helpen door te oefenen met ‘zingend’ lezen: de beginklank wordt uitgerekt naar het vervolgdeel van het woord. b……………oom / .l….oer. U leest voor met ‘fouten’ (u zegt dit tevoren tegen uw kind), kan hij/ zij ze ontdekken? U leest om en om een regel met uw kind.